Nederland is een welvarend land, maar toch zijn er veel mensen dakloos. Dat moet anders. Daarom is er een Nationaal Actieplan Dakloosheid ontwikkeld. Nu we twee jaar verder zijn wordt onderzocht hoe het er voor staat met de uitvoering van dat plan. Ervaringsdeskundige Tamara Jones was niet alleen één van de informatiebronnen van de ontwikkelaars van het plan, maar is ook één van de deelnemers aan de klankbordgroep van het evaluatieonderzoek.
Dat doet ze namens Expertisecentrum Sterk uit Armoede voor het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). De klankbordgroep, die verder bestaat uit vertegenwoordigers van onderwijs, gemeenten, maatschappelijke en sociale organisaties en rijksoverheid, evalueert de voortgang van het Nationaal Actieplan Dakloosheid (NAP), dat in het staartje van 2022 is verschenen. In het onderzoek wordt op initiatief van een drietal ministeries bekeken hoe de verschillende regio’s uitvoering geven aan het NAP. Ook worden handvatten aangereikt om waar nodig het plan bij te sturen en aanpassingen te doen. De laatste bijeenkomst is in de tweede helft van dit jaar. Dan wordt de concepteindrapportage gepresenteerd.
Kloof verkleinen, vertrouwen vergroten
Ook bij het ontstaan van het NAP speelde Tamara een rol. Haar ervaringen met dakloosheid én die van andere volwassenen en jongeren zijn in het plan verwerkt. ‘Juist de stem van mensen die in deze situatie hebben gezeten is van belang om tot een effectieve aanpak te komen’, schrijft Maarten van Ooijen, voormalig staatssecretaris Volksgezondheid, Welzijn en Sport en coördinerend bewindspersoon in de inleiding van het NAP. ‘Want zij weten meer dan wie dan ook wat er nodig is. Het inzetten van ervaringskennis helpt de kloof die is ontstaan tussen de leef- en systeemwereld te verkleinen en het vertrouwen tussen overheid en burger te vergroten’.
Iedereen een thuis
‘Doel is dat de oplossing voor dakloosheid niet langer maatschappelijke opvang is, maar het voorkomen van dakloosheid en een thuis voor iedereen’, zegt Tamara. ‘Vanuit een stabiele plek en met de juiste hulp kun je werken aan herstel. Dat opgejaagde gevoel van leven op straat en steeds maar weer op zoek naar een slaapplek raak je dan kwijt.’ Het streven is dat in 2030 iedereen in Nederland een thuis heeft. Om de verandering waar te maken zijn er verschillende actielijnen. Eén daarvan is de inbreng van ervaringskennis bij het ontwikkelen van lokaal en nationaal beleid en bij het toetsen ervan én in het contact met mensen die dakloos zijn of dakloos dreigen te worden. ‘Ik vind het hoopgevend dat steeds meer mensen inzien hoe waardevol ervaringsdeskundigheid is’, zo besluit Tamara.