Bob houdt zich bezig met de vroeg-signalering schuldschuldverlening bij de gemeente Lelystad. Ook maakt hij een klantreis bij verschillende maatschappelijke organisaties in Lelystad, bijvoorbeeld de voedselbank, het werkbedrijf en de maatschappelijke dienstverlening. Daarnaast is hij een aantal uren per week gedetacheerd bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), waar hij meedenkt en meepraat over armoede en schulden.
Hij weet wat het is om schulden en geldzorgen te hebben. ‘Ik heb vijftien jaar in de schuldhulpverlening gezeten’, zegt Bob. ‘Nu kan ik de pijnlijke momenten en de ervaringen gebruiken om andere mensen te helpen. Ik merk dat ik door mijn persoonlijke ervaringen sneller de verbinding kan maken met een inwoner die kampt met schuldenproblematiek.’ Mensen met geldstress hebben vaak moeite met prioriteren, vertelt hij. ‘Bij een pijntje ga je niet naar de dokter, want je hebt andere dingen aan je hoofd. Kinderen zijn vaak wél een prioriteit, maar soms kosten de problemen zoveel energie dat de tank helemaal leeg is en de kinderen niet de aandacht krijgen die ze verdienen. Schaamte speelt een grote rol. Dat gevoel kan je ervan weerhouden om aan de bel te trekken en hulp in te roepen. Ik probeer die schaamte weg te nemen zodat de gemeente schuldhulp kan aanbieden. Niet terugkijken, daar schiet je niets mee op. Kijk vooruit. Doe wat aan je situatie en maak er wat van. Ik probeer het aantal contactmomenten te vergroten zodat we elkaar leren kennen en vertrouwen. Pas als mensen zich veilig voelen durven ze hun echte verhaal te vertellen.’
Een beetje menselijkheid
Ook duidelijkheid en gelijkwaardigheid zijn belangrijk, zegt Bob. ‘Ik schets altijd de routes die bewandeld kunnen worden in het traject van schuldhulpverlening. Ik sta niet boven mensen die zich in de nesten hebben gewerkt, maar ik sta naast ze.’ Tijdens zijn eigen schulphulptraject had hij vaak het gevoel dat er vanuit een torentje naar hem werd gekeken. ‘Zo van: wat ben jij dom geweest en nou moet ik jou ook nog helpen om de rommel op te ruimen… Daar word je niet vrolijker van. Je zit er niet op te wachten dat iemand je constant inwrijft hoe stom je bent geweest. Ik ben niet voor niets een paar keer afgehaakt. Wat ik hiervan heb geleerd? Dat je mensen moet laten weten dat ze er niet alleen voor staan. We gaan het samen oplossen. Er komen andere tijden. Een beetje menselijkheid, een arm om je schouder. Hoe belangrijk dat is heb ik zelf ervaren toen ik aan een budgetconsulent werd gekoppeld die er wél vertrouwen in had. Vanaf dat moment begon de zon langzaam maar zeker weer te schijnen.’
Handelen en gedrag
Sinds de computer de professional veel werk uit handen neemt houdt die professional meer tijd over om aandacht te besteden aan het versterken van het empathisch vermogen, zegt Bob. ‘Het vermogen om je in anderen te verplaatsen. Openstaan voor de emoties, houding en motivatie van de ander. En begrijpen welke impact jouw handelen en gedrag op een ander kan hebben. De menselijke maat. Waar het om gaat is het besef dat niet elke situatie gelijk is, maar dat er situaties/mensen zijn die vragen om maatwerk. Daarin maken we in Nederland gelukkig wel een stap. Dat is mede te danken aan de inbreng van ervaringsdeskundigen. Als jij als professional het idee hebt dat je goed bezig bent, maar je weet eigenlijk te weinig van wat er nou werkelijk nodig is, dan verandert er nooit wat. Er moet iemand zijn die jou daar op wijst. Dat is bij uitstek de ervaringsdeskundige; de bruggenbouwer tussen de organisatie en de mensen om wie het gaat.’